Case 14: Nieuw-Sledderlo, een wijk in verandering

Nieuw-Sledderlo is de meest zuidelijk gelegen woonwijk van Genk. De wijk dateert van de jaren 1970 en vormt samen met Oud-Sledderlo en Terboekt het stadsdeel Groot-Sledderlo.

In Nieuw-Sledderlo wonen ongeveer 2.000 bewoners, vooral huurders van de sociale huisvestingsmaatschappij Nieuw Dak. Sinds het ontstaan van de wijk vormen de bewoners een etnisch cultureel diverse groep. Doorheen de tijd groeide de Turkse gemeenschap sterk. Vandaag vertegenwoordigt ze ongeveer 70 procent van de wijkbewoners. Verder wonen er mensen afkomstig uit allerlei landen als Marokko, België, Italië, Polen en Kroatië.

Heel wat bewoners wonen graag in Nieuw-Sledderlo. Ze voelen zich verbonden met hun wijk en met elkaar. Buren ondersteunen elkaar in het dagelijkse leven en ondernemen samen activiteiten. Ze ontmoeten elkaar op de gemeenschappelijke loopbruggen van de appartementsgebouwen, op groene pleintjes en in de garages van de huizen. Daar ontwikkelen ze goede buren- en vriendschapsrelaties. Onder stimulans van een maatschappelijk assistent van Nieuw Dak, buurtwerker en wijkmanager ontstaan in de wijk contacten over culturele grenzen heen. Zij brengen bewoners met gemeenschappelijke doelen of interesses samen en wakkeren solidariteit over de gehele wijk aan.

Hoewel veel bewoners vandaag graag in hun wijk wonen, is dat niet altijd zo geweest. In het verleden kwamen huurders van Nieuw Dak in opstand tegen de mindere kwaliteit van hun huurwoning. Met de ondersteuning van de toenmalige buurtwerker en het Huurderssyndicaat dwongen zij een huurprijsvermindering en verbeteringswerken in de woningen af. De sociale huisvestingsmaatschappij besloot om appartementsgebouwen niet te renoveren, maar te vervangen door nieuwbouw om haar huurders een hoge woningkwaliteit te garanderen. Vandaag zet het buurtwerk niet meer in op dergelijke politiserende acties, maar werk zij samen met wijkpartners om sociale cohesie te bevorderen en om een individuele antwoord te vinden op hulpvragen van bewoners.

Ook vandaag kent Nieuw-Sledderlo een aantal knelpunten die druk zetten op het (samen) leven in de wijk. De wijk ligt erg geïsoleerd, geeft te midden van bossen een donkere indruk, heeft een gebrek aan voorzieningen en kampt met een negatief imago. Bewoners hadden lange tijd het gevoel dat deze problemen niet werden aangepakt. Om al deze sociale en ruimtelijke problemen aan te pakken vanuit één globale visie, nam de Genkse gemeenteraad het initiatief om een Masterplan te ontwikkelen. Ook de beslissing van Nieuw Dak om het woonpatrimonium in de wijk te vernieuwen lag mee aan de basis van het masterplan. Het masterplan LO2020 hertekent de wijk grondig: afbraak en vervanging door nieuwbouw van de appartementsgebouwen, herinrichting van de publieke ruimten, aantrekken van voorzieningen en de positieve elementen van de wijk in de kijker plaatsen bij buitenstaanders.

Contact:

DieGem: Jana Verstraete – jana.verstraete@kuleuven.be

Sledderlo: Raf Vangompel (Nieuw Dak) – raf.vangompel@nieuwdak.be

Etnisch-culturele samenstelling van wijkbewoners in beweging

Nieuw-Sledderlo is van bij haar ontstaan een etnisch-cultureel gemixte wijk. De bewoners hebben roots in Turkije, Spanje, België, Griekenland, Italië, Marokko, … De Turkse gemeenschap groeide sterk aan en vertegenwoordigt vandaag ongeveer 70 procent van de wijkbevolking. Familie en vrienden die al in de wijk wonen en de Turkse Yunus Emre moskee trekken gezinnen van Turkse herkomst aan.

De etnisch-culturele samenstelling beïnvloedt niet alleen wie zich wel of niet kandidaat stelt voor een huurwoning in Nieuw-Sledderlo. Ook de huidige wijkbewoners ervaren de sterke aanwezigheid van de Turkse gemeenschap verschillend. Sommige bewoners van Turkse herkomst vinden dit heel fijn. Anderen onder hen vinden dit net als bewoners van andere herkomst en de buurtwerker, wijkmanager en Nieuw Dak minder positief. Zij vinden in de huidige wijksamenstelling geen weerspiegeling van onze samenleving. Ze voegen daaraan toe dat de Turkse gemeenschap op zichzelf is gericht. Daardoor ontstaan interetnische contacten maar moeizaam. 2  In de wijk is Turks een voertaal. Daarom brengen sommige ouders van Turkse herkomst hun kinderen naar school buiten de wijk. Zo kunnen ze meer Nederlands praten en oefenen.

De sociaaleconomische diversiteit in Nieuw-Sledderlo is klein. Veel bewoners bevinden zich in een maatschappelijk kwetsbare situatie. De beschikbare sociale woningen in de wijk bestaan voornamelijk uit appartementen, terwijl de meeste huurders in een huis willen wonen. Nieuw-Sledderlo is daarom minder in trek, de wachttijden zijn er korter dan in andere wijken. Vooral mensen met een hoge woonnood stellen zich kandidaat voor een appartement. Op die manier komen vooral erg kwetsbare huurders in de wijk wonen. En gezinnen die een sociaaleconomisch sterkere positie verwerven, trekken vaak weg uit de wijk.

12  Met het Masterplan LO2020 streeft de stad Genk naar een grotere sociaaleconomische mix in Nieuw-Sledderlo. Bijkomend hoopt de stad op een grotere etnisch-culturele mix. Het masterplan moet de wijk aantrekkelijker maken bij diverse gemeenschappen. In een eerste fase komen er sociale koopwoningen voor sociaal economisch sterkere profielen, later ook private ontwikkelingen van diverse prijsklassen via een mix aan woontypologieën.

Diversiteit

Traditioneel neemt men aan dat homogeniteit lotsverbondenheid stimuleert en diversiteit solidariteit uitdaagt. Met DieGem zoeken we net naar vormen van solidariteit in diversiteit. Hoe cultureel divers is de groep van mensen betrokken in deze case?

Een gezellige en zorgzame wijk

Heel wat bewoners wonen graag in Nieuw-Sledderlo. Ze voelen zich verbonden met hun wijk en met de andere bewoners. Nieuw-Sledderlo is voor hen geen wijk als een andere: buurtbewoners kennen elkaar en begroeten elkaar op straat. Of, zoals een bewoner het verwoordt: ‘ons kent ons’.

Buren uit dezelfde straat of hetzelfde appartementsgebouw ontwikkelen goede burenrelaties en zelfs vriendschapsbanden. Ze ondersteunen elkaar in het dagelijks leven. Ze brengen samen tijd door, houden elkaars kinderen in het oog, zorgen voor elkaars woning wanneer iemand op vakantie is, gaan bij elkaar langs als iemand ziek is, … Toch geraakt niet iedereen betrokken in die solidaire banden. Sommigen wonen niet graag in de wijk en ontwikkelen geen positieve burenrelaties. Ze nemen ook niet deel aan activiteiten die in Nieuw-Sledderlo doorgaan. 

Op een aantal plaatsen in de wijk organiseren bewoners buurtfeesten en BBQ’s per appartementsgebouw of voor de aanliggende straten. De buurtwerker, de wijkmanager en Nieuw Dak ondersteunen hen daarbij. 5  Zij vragen zich voortdurend af hoe lang ze deze activiteiten best kunnen ondersteunen. Enerzijds willen ze hun eigen rol verkleinen, anderzijds merken ze dat activiteiten wegvallen als ze zich volledig terug trekken.

Interetnische contacten en interpersoonlijke praktijken van solidariteit op wijkniveau komen veel minder makkelijk tot stand. Buiten hun naaste buren kennen bewoners vooral andere wijkbewoners uit hun eigen etnisch-culturele gemeenschap. Ze nemen deel aan activiteiten van die gemeenschap, bijvoorbeeld in de moskee. Om activiteiten en solidariteit in diversiteit in gans de wijk mogelijk te maken, is een sterkere stimulans van beroepskrachten nodig. Dat is een centraal aandachtpunt voor het buurtwerk in de wijk.

Groeiende verbondenheid tussen buurtbewoners brengt een sterke sociale controle met zich mee. Die is een medaille met twee zijden, zowel een positieve als een negatieve. Enerzijds houden buren een oogje in het zeil en voorkomen ze dat niemands materiaal, zoals een aanhangwagen, verdwijnt. Ze gaan ook na of alles in orde is met een buren die ze al een tijd niet meer zagen. Anderzijds belemmert de sociale controle sommige vrouwen om deel te nemen aan activiteiten in de wijk omdat familie of vrienden dit afkeuren.

Interpersoonlijke praktijken

Op de gegeven plaats engageren diverse betrokkenen zich in interpersoonlijke praktijken (hier en nu). Welke interpersoonlijke praktijken in deze case zijn relevant voor de ontwikkeling van solidariteit in diversiteit?

Op de barricades voor een kwaliteitsvolle woonst en woonomgeving

Bewoners van Nieuw-Sledderlo kwamen in het verleden verschillende keren op voor hun belangen. In de jaren 1970 groeide het protest onder de bewoners tegen de gebrekkige kwaliteit van hun woning. Het werd een strijd van lange adem die uiteindelijk tot in de jaren 1990 zou duren. Door een slechte isolatie kregen ze hun woonst onvoldoende verwarmd en liep de energierekening hoog op. De toenmalige buurtwerker bracht het ongenoegen van verschillende bewoners samen. In groep eisten ze hun recht op menswaardig wonen op. Bewoners maakten hun ongenoegen duidelijk en zochten de dialoog met Nieuw Dak op. Omdat er geen oplossing uit de bus kwam, trok een klein aantal bewoners naar het vredegerecht om een betere woonkwaliteit af te dwingen. De vrederechter sprak zich uit in het voordeel van de huurders. Daarop probeerde een grotere groep huurders, ondersteund door het inmiddels opgerichte Huurderssyndicaat, de uitspraak van de vrederechter uit te breiden naar alle huurders. Tijdens een huurstaking, één van de acties, keerden de huurders een deel van de huurprijs niet uit aan de sociale huisvestingsmaatschappij. Nieuw Dak en de huurders kwamen uiteindelijk tot een overeenkomst: de renovatie van alle huurwoningen en in afwachting daarvan een vermindering van de huurprijs.

In de jaren 1980 protesteerden bewoners voor het behoud van hun ‘Sledderzee’, een waterplas als gevolg van zandwinning net achter de woonwijk. Sledderzee was een belangrijke ontmoetingsplaats , bewoners brachten er hun vrijetijd door. Tot een nabijgelegen elektriciteitscentrale toestemming kreeg van het stadsbestuur om hun afvalresten in de Sledderzee te storten. De plas was niet langer toegankelijk. Opnieuw brak protest uit in de vorm van postercampagnes, krantenartikels, … Uiteindelijk gingen enkele sympathisanten van de wijk in hongerstaking. Ze werden gesteund door wijkbewoners. Maar de actievoerders trokken aan het kortste eind en bewoners verloren hun Sledderzee.

Het toenmalige buurtwerk speelde een onmisbare rol in deze twee acties. Het bracht de individuele grieven van bewoners samen en maakte er een collectief strijdpunt van. Buurtwerkers gaven de acties samen met buurtbewoners vorm en zorgden voor praktische en financiële ondersteuning.

9  Het uitbouwen van collectieve acties verdween in Nieuw-Sledderlo. Het buurtwerk zet nu in op het versterken van sociale cohesie in de wijk. Het werkt samen in een overlegstructuur met andere organisaties die momenteel actief zijn in de wijk. Ze kaarten individuele of collectieve problemen niet langer aan via acties en protest, maar zoeken in overleg naar individuele of collectieve oplossingen voor wijkbewoners. Op de barricades staan zien de verschillende beroepskrachten in de wijk in de eerste plaats al als een opdracht voor andere organisaties zoals het huurderssyndicaat of lokale afdelingen van politieke partijen. 4  Maar wanneer overleg met partnerorganisaties niet tot antwoorden zou leiden voor collectieve problemen van wijkbewoners, zal het buurtwerk opnieuw problemen aankaarten en acties opzetten met bewoners.

Burgerschapspraktijken

Burgers claimen erkenning, representatie en herverdeling. Op die manier maken ze ook van nieuwe vormen van solidariteit een publieke zaak. Welke burgerschapspraktijken ondersteunen de ontwikkeling van solidariteit in diversiteit in deze case?

Ontmoeting als startpunt voor goede burenrelaties

10  Door elkaar herhaaldelijk te ontmoeten, leren buurtbewoners elkaar kennen en groeit een gevoel van verbondenheid. Buren treffen elkaar in de directe woonomgeving op een ongedwongen manier: op speelpleintjes, op de gemeenschappelijke loopbruggen van het appartementsgebouw, … Sommige buurtbewoners treden spontaan in contact met elkaar; anderen hebben een duwtje nodig in de vorm van een buurt-BBQ of een bewonersoverleg om elkaar nadien aan te spreken en contact te leggen. Zo ontstaan goede burenrelaties en vriendschappen waarbij etnisch-culturele verschillen naar de achtergrond verdwijnen. Je bent niet langer Turks, Marokkaans, Belgisch, Italiaans, … maar wel de fijne buurvrouw of –man.

Mensen die verder uit elkaar wonen in Nieuw-Sledderlo leggen veel moeilijker contacten. De buurtwerker maakt ontmoetingen mogelijk tijdens de activiteiten in het buurthuis. Bijvoorbeeld door samen te koken of koffiepauzes en een afscheidsfeestje te organiseren naar aanleiding van de lessenreeks ‘theoretisch rijbewijs’.

3  Bewoners leggen makkelijker contacten onder elkaar, praten makkelijker met elkaar en begrijpen elkaar beter wanneer zij een cultuur of religie delen. Het samen vieren van dezelfde religieuze feesten schept een gevoel van verbondenheid. Toch proberen ze religieuze grenzen te overbruggen en nodigen ze andere buurtbewoners uit om mee feesten te vieren.

In de appartementsgebouwen spelen concrete afspraken en woonregels een rol. Bewoners vinden het belangrijk dat iedereen zich aan bepaalde afspraken houdt om goed te kunnen samen wonen. Vriendelijk zijn tegen elkaar, afval sorteren en parkeren op de daarvoor voorziene plaatsen zijn voorbeelden van zo’n afspraken. Nieuw Dak, de buurtwerker en de wijkmanager brengen tijdens bewonersvergaderingen gesprekken tussen bewoners daarover op gang.

Bronnen

Wat zet mensen aan om te delen en te herverdelen? Sociologen onderscheiden vier bronnen van solidariteit: onderlinge afhankelijkheid, gedeelde waarden, strijd en ontmoeting.  Welke bronnen bepalen de ontwikkeling van nieuwe vormen van solidariteit in deze case?


LO2020: naar nieuw imago bij wijkbewoners en buitenstaanders

8  Bewoners ontmoeten elkaar op verschillende plaatsen, voornamelijk in hun directe woonomgeving. De huizen in de wijk hebben bijna allemaal een garage die uitgeeft op de straat. Bewoners richten die in als bijkeuken of leefruimte. In de zomer zetten ze hun garagepoorten open en komen ze samen met hun buren. In de oude appartementsgebouwen geven de voordeuren per verdiep uit op een gemeenschappelijk balkon. Op de speelpleintjes voor de appartementsgebouwen en tussen de tuinen van de huizen brengen kinderen en hun ouders vrijetijd door.

Tot voor kort waren er geen aantrekkelijke plaatsen waar buurtbewoners die verder uit elkaar wonen elkaar kunnen treffen. Het masterplan LO2020 pakt de publieke ruimte in de wijk aan. Het plan omvat de herinrichting van een donker bos, waar afval werd gesluikstort, dat onveilig aanvoelde en daarom werd vermeden. Het is nu een park centraal in de wijk met speeltuigen, picknick-banken, zitbanken en petanquebanen. Het is nu een levendige speel- en vrijetijdsplek waar nieuwe contacten ontstaan.

Het masterplan LO2020 werkt ook in op het imago van de wijk bij bewoners en buitenstaanders. Bewoners hadden lange tijd een gevoel van achterstelling. Beleidsmakers keken in hun ogen niet om naar hun wijk en de problemen die er waren. Het masterplan doet bewoners anders kijken naar zichzelf en hun wijk. En het geeft hen het gevoel dat er opnieuw in hun wijk wordt geïnvesteerd. Bij buitenstaanders kampt Nieuw-Sledderlo met een slecht imago. De wijk kreeg de naam ‘Klein-Chicago’. Door problemen aan te pakken, de wijk positief onder de aandacht te brengen en Genkenaars uit andere wijken tot in Sledderlo te krijgen, wil het plan het imago van Nieuw-Sledderlo opwaarderen.

Plaats

Met Diegem zoeken we naar nieuwe vormen van solidariteit op concrete plaatsen (hier), daar waar mensen van heel verscheiden culturele achtergronden (al dan niet gedwongen) nabij zijn. Wat typeert de plaats waar deze case zich afspeelt?

Voorbij de verschillen, op zoek naar wat verbindt

Een gedeelde woonplaats, Nieuw-Sledderlo, verbindt wijkbewoners met elkaar. Ook al kent niet iedereen de andere bewoners persoonlijk, in hetzelfde appartementsgebouw of in dezelfde straat wonen geeft een gevoel van verbondenheid. Iedere appartementsblok is daarin verschillend en kent zijn eigen dynamiek. De contacten en manier van samen leven verschillen van blok tot blok. Nieuwe bewoners moeten hun plaats zoeken in dat gebouw.

12  Wijkbewoners raken niet alleen op elkaar betrokken door hun gemeenschappelijke woonplaats, ook gedeelde interesses verbinden mensen met diverse achtergrond. Appartementsbewoners maken samen de grond rondom hun gebouw proper, vrouwen komen samen om te koken of te sporten, … Ook de buurtwerker speelt daar op in en organiseert activiteiten op basis van die gedeelde interesses en belangen van bewoners.

3  Gedeelde interesses en belangen verbinden en vormen hechte gemeenschappen van buurtbewoners die een appartementsgebouw, een straat en zelfs de ganse wijk met elkaar delen. Door de sterke banden die binnen zo’n gemeenschap ontstaan, riskeren bewoners zich aan discussies over cultuur en geloof en over actuele maatschappelijke thema’s. Zo stellen deelnemers aan een tweewekelijkse activiteit in het buurthuis vragen over de manier waarop de Vlaamse media moslims portretteert. 8  In de veilige omgeving van een vertrouwde groep, durven wijkbewoners dus meer gevoelige thema’s aankaarten.

Leerprocessen

De ontwikkeling van nieuwe vormen van solidariteit in diversiteit steunen op processen van sociaal leren. Welke leerprocessen liggen aan de basis van solidariteit in diversiteit in deze case?

Grenzen aan solidariteit doorbreken

Verbondenheid en solidariteit tussen alle bewoners groeien niet vanzelf. Zo loopt er een breuklijn tussen mannen en vrouwen. Vanuit hun culturele achtergrond houden veel wijkbewoners het sociale leven het liefst gescheiden. Vrouwen komen samen in de eigen woonomgeving en tijdens vrouwenactiviteiten in de moskeeën. Mannen treffen elkaar op andere momenten en plaatsen in de moskee. Het buurthuis organiseert activiteiten voor mannen en vrouwen, maar krijgt maar moeilijk een gemengde groep bijeen. Sommige vrouwen willen niet deelnemen wanneer er mannen aanwezig zijn. En omdat het buurthuis een plek wil zijn voor alle buurtbewoners, stelt het de meeste activiteiten open voor mannen én vrouwen. Toch organiseert het buurthuis een beperkt aantal activiteiten uitsluitend voor vrouwen.

9  Ook de fysieke afstand tussen bewoners heeft een grote invloed. Hoe groter de afstand, hoe moeilijker verbondenheid en solidariteit ontstaan en standhouden. Bewoners van het appartementsgebouw dat in het kader van het masterplan LO2020 als eerste werd afgebroken, vormden een hechte groep. Ze kregen een woning toegewezen op verschillende plaatsen in de wijk. Aanvankelijk protesteerden ze daartegen, ze wilden samen blijven wonen. Eens ze allemaal goed en wel in hun nieuwe woonst terecht waren, ebde het ongenoegen weg en verzwakten de onderlinge banden. Ze zoeken elkaar niet meer op zoals voorheen.

De maatschappelijk assistent van Nieuw Dak, de buurtwerker en wijkmanager ondersteunen deze zeer lokale vormen van solidariteit. Zo organiseerde Nieuw Dak ‘woonkamerbabbels’ in appartementsgebouwen waar bewoners over het samen leven konden praten of organiseren de drie beroepskrachten samen met bewoners buurt-barbecues.   Maar deze beroepskrachten proberen ook om solidariteit over de ganse wijk en het ganse stadsdeel te stimuleren. Ze creëren plaatsen en momenten waar bewoners die verspreid wonen in Nieuw-Sledderlo of zelfs Groot-Sledderlo elkaar kunnen ontmoeten. Op die manier willen ze goede burenrelaties, vriendschappen en solidariteit genereren. Het Groen Hart is een plaats waar kinderen van de hele wijk komen spelen samen met hun ouders en ook het jeugdwelzijnswerk organiseert activiteiten voor alle kinderen. De buurtwerker organiseert activiteiten voor alle bewoners, samen met de wijkmanager en Nieuw Dak zetten ze hun schouders onder jaarlijkse evenementen zoals de Dag van het Park met activiteiten filmvertoningen of wijkwandelingen voor bewoners van Nieuw-Sledderlo en Groot-Sledderlo. In haar communicatie stelt de stad Genk Groot-Sledderlo ook voor als één geheel in plaats de som van verschillende wijken om een verbondenheid tussen alle bewoners te genereren.

Spanningsvelden

Nieuwe praktijken van solidariteit bewegen op een aantal spanningsvelden. Welke spanningsvelden bepalen op welke wijze mee de ontwikkeling van solidariteit in diversiteit in deze case?