Case 18: Burgers in solidariteit met vluchtelingen

Het Maximiliaanpark ligt tegenover de dienst Vreemdelingenzaken in Brussel, vlak bij het Noordstation. In september 2015 ontstond hier een maand lang een informeel vluchtelingenkamp, waar burgers, enkele ngo’s en semipublieke instanties de opvang van vluchtelingen verzorgden. Welke solidariteitspraktijken ontstonden in die weken? We belichten onder meer de voedselbedeling, waar de zelforganisatie CollectActif voor instond.

Toen in augustus 2015 de vluchtelingenstroom uit vooral Syrië, Irak en Afghanistan België bereikte, ontstond een opvangcrisis. Er was geen tijdige registratie en er waren onvoldoende opvangplaatsen. Vanaf eind augustus tot begin oktober bestond er aan de dienst Vreemdelingenzaken een informeel vluchtelingenkamp, met tenten, voedselbedeling en andere voorzieningen: douches, gebedsruimtes, een dokterspraktijk, schooltjes en zelfs een cinema. 700 en in het weekend tot meer dan 1000 vluchtelingen, voor het grootste deel jonge mannen en ook een aantal gezinnen: dat was toen de tijdelijke bevolking van het Maximiliaanpark. Het kamp werd begin oktober opgedoekt door het Burgerplatform, dat de meeste civiele activiteiten overkoepelde.

De vrijwilligers in het kamp vormden een superdiverse groep, waarbinnen een opvallende aanwezigheid van mensen van Arabische herkomst. Er kwamen ook veel donaties van burgers van over het hele land. Na een tijdje vormde zich een vaste kern van vrijwilligers met specifieke functies: security, voedselbedeling, stockbeheer, coördinatie van de tenten enz. 

In de keuken waren op dagelijkse basis zowat veertig vrijwilligers actief, onder wie de leden van CollectActif. Deze zelforganisatie, die strijdt tegen voedselverspilling, bestaat hoofdzakelijk uit Marokkaanse mensen zonder wettig verblijf. CollectActif zamelt wekelijks voedseloverschotten in op de Brusselse Abattoir en verdeelt die aan diverse groepen mensen in armoede. In september 2015 concentreerde CollectActif haar werking op het tijdelijke kamp.


Contactpersoon: anika.depraetere@kuleuven.be

Diversiteit

Traditioneel neemt men aan dat homogeniteit lotsverbondenheid stimuleert en diversiteit solidariteit uitdaagt. Met DieGem zoeken we net naar vormen van solidariteit in diversiteit. Hoe cultureel divers is de groep van mensen betrokken in deze case?

Giften, energie en tijd

Binnen het Maximiliaanpark werd de solidariteit van Belgische burgers met vluchtelingen georganiseerd. De bijbehorende praktijken namen erg diverse vormen aan: het brengen van donaties, tijd besteden in het park, het op punt stellen van een goede infrastructuur die het solidariteitssysteem nog efficiënter maakte. De keuken van CollectActif was een voorbeeld van dit laatste. Sociale en reguliere media belichtten hoe je iets kon betekenen voor vluchtelingen en faciliteerden dus de solidariteit.

De hele werking van het park steunde sterk op vrijwillige donaties, die erg verschilden qua hoeveelheid en bruikbaarheid, naargelang van het al dan niet geïnformeerd zijn van de donateur. Veel kinderen waren er bijvoorbeeld niet in het kamp, wel veel donateurs van schoolmateriaal… De meesten kwamen eenmaal, sommigen kwamen op ‘prospectie’ en brachten bij een tweede bezoek extra spullen. Een aantal donateurs kwam van behoorlijk ver, zoals Eindhoven of Utrecht. Voor de keuken waren er vaste donateurs: bakkers, restauranthouders, handelaren in fruit en groenten… Zij doneerden hun overschotten. Hierdoor was er bijvoorbeeld nooit een tekort aan brood.

Ook tijd is een vorm van doneren: heel wat vrijwilligers brachten, vaak zonder dat ze dit gepland hadden, veel tijd in het kamp door. Zij hielden de boel draaiend. Voor hen kwam er aan de ingang een infopunt met een overzicht van de dagbehoeften: werk in de keuken, kleren bedelen, tenten opzetten of afbreken… Wie dat wilde, vulde zelf een leemte in: er werden lessen Nederlands ingericht, een tandarts kwam af en toe langs met haar verzorgingskit, iemand ging op zoek naar walkietalkies om de interne communicatie te verbeteren enz. Sommige vrijwilligers brachten al hun vrije tijd in het park door. Op den duur herkenden deze vaste vrijwilligers elkaar en deelden ze schouderklopjes, nieuwtjes en tips uit. 

9  Na rommelige begindagen raakte de solidariteit steeds beter georganiseerd, ook in de keuken, waar men dagelijks in drie maaltijden voorzag en in tussendoortjes, telkens afhankelijk van het dagelijks veranderende aanbod aan donaties. 10  Het koken en uitdelen van het voedsel gebeurden zo respectvol mogelijk, ondanks de chaos soms. Het respect betrof ook gewoontes in de thuislanden. “We koken niet voor ons, we koken voor hen,” was de leuze. 

Interpersoonlijke praktijken

Op de gegeven plaats engageren diverse betrokkenen zich in interpersoonlijke praktijken (hier en nu). Welke interpersoonlijke praktijken in deze case zijn relevant voor de ontwikkeling van solidariteit in diversiteit?

Niet-burgers worden burgers

De vrijwilligers van het Maximiliaanpark organiseerden opvang voor vluchtelingen, met eigen middelen en tijd. In de publieke ruimte, erg zichtbaar en op de stoep van de bevoegde overheidsinstanties voerden ze een overheidstaak uit: “Wij zijn gewoon burgers die onze verantwoordelijkheid nemen.” Pregnanter geformuleerd: met deze burgerschapspraktijk claimden ze zelf erkenning als de burgers die velen van hen officieel niet zijn. Het Maximiliaanpark en zijn (tijdelijke) solidariteitsinfrastructuur als forum voor burgerschapsdaden.

4  Burgers doneerden die weken kledij, voedsel en andere goederen, een vorm van economische herverdeling die toen niet door de overheid gebeurde. CollectActif concentreerde zich daarbij op voedselbereiding en -bedeling. De professionaliteit van hun organisatie ging zo ver dat bepaalde vrijwilligers dachten dat ze bijsprongen bij een overheidsdienst.

CollectActif is een organisatie van mensen zonder wettig verblijf, die dus formeel ook geen burgers zijn. Door hun acties tonen zij de facto hun solidaire burgerschap en spelen ze bovendien in op maatschappelijk legitieme noden. “Les sans-papiers accueillent les réfugiés,” meldde de banner aan de keuken in het Maximiliaanpark. Door hun acties voor dit publiek willen ze erkend worden als burgers die verantwoordelijkheid nemen en het beeld van de ‘ongewenste’ mensen zonder papieren bijstellen.

10  Zij waren niet de enigen: ook andere mensen met een maatschappelijk ‘lagere status’, zoals langdurig werklozen of anderstalige migranten, vonden in het park een plek van erkenning en eigenden zich vanuit hun competenties een rol toe die contrasteert met hun maatschappelijk marginale positie: erkenning op basis van acties, niet van status. Van ‘werkloze Brusselse Marokkaan’ naar verantwoordelijke voor de watertoevoer en toezichter op de veiligheid. Burgerschap als praktijk van alledag en niet als formeel en institutioneel gegeven.

In het kamp ontstonden formele communicatiekanalen, zoals vergaderingen, woordvoerders, persberichten… Het Burgerplatform wierp zich op als belangenbehartiger van de bewoners en nam beslissingen voor het hele kamp. CollectActif nam aanvankelijk deel aan de vergaderingen, maar gaf dat na een tijd op: ze hadden de indruk dat er weinig ruimte was voor meningsverschillen. Ook bij de beslissing van het Platform begin oktober om het kamp op te breken was CollectActif niet betrokken. Veel kampactiviteiten verhuisden naar de Maximiliaanhall, maar daar was geen plaats voor de keuken. 6  In de ogen van CollectActif betekende de afbraak een bevestiging van bestaande maatschappelijke verhoudingen. Hun boosheid is tekenend voor de burgerschapsdimensie – geen grenzen tussen mensen met diverse statuten – die ze aan hun kampwerk gaven: “À la fin, il y aura toujours des gens qui sont plus égaux que les autres.” 

Burgerschapspraktijken

Burgers claimen erkenning, representatie en herverdeling. Op die manier maken ze ook van nieuwe vormen van solidariteit een publieke zaak. Welke burgerschapspraktijken ondersteunen de ontwikkeling van solidariteit in diversiteit in deze case?

Samen solidair

Wat dreef mensen tot hun vrijwilligerswerk? Gedeelde normen en waarden, onderlinge afhankelijkheid en ontmoeting: daar was de solidariteit voornamelijk op gebaseerd.

3  Vrijwilligers deelden universele waarden en normen over hoe mensen op de vlucht onthaald moeten worden en wat het is ‘mens te zijn’. Er was verontwaardiging over de Europese aanpak en er heerste een gevoel van ‘humanistische’ verbondenheid. De basis-ethische regel “help zoals je zelf geholpen zou willen worden” was van toepassing. Ook in de variant “Het had net zo goed mij of jou kunnen overkomen.” De humanistische insteek vertaalde zich ook in strijdvaardigheid, met name wanneer de overheid deze waarde aan de orde stelde, door bijvoorbeeld te stellen dat het tentenkamp ‘te gezellig’ was. 

Het vage ‘we moeten iets doen’-gevoel kreeg in het kamp een tastbare invulling. Er werd gehandeld en geëxperimenteerd. Er kwam een systeem van onderlinge afhankelijkheid tot stand met een verdeling en toe-eigening van taken en functies volgens eigen mogelijkheden en vaardigheden. Sommige vrijwilligers ontwikkelden zich tot ‘kleine coördinatoren’ bij wie je terechtkon voor taakomschrijvingen. Dat leidde soms tot fricties, als bv. verantwoordelijken voor de voedselvoorraad omslachtig te werk gingen en zo de solidariteit van de snelle voedselbedeling eerder blokkeerden dan bevorderden. Maar over het algemeen werden de ‘kleine coördinatoren’ spilfiguren die de continuïteit verzekerden en de solidariteit effectiever maakten. Zelfs in die mate dat sommigen hun engagement niet durfden af te bouwen, uit vrees voor chaos. Dit verantwoordelijkheidsgevoel legde een zware druk op hun schouders. 

In de keuken van CollectActif – een organisatie die sowieso ‘samenwerking in diversiteit’ sterk aanmoedigt – bleek dat de taken inderdaad door een divers en wisselend vrijwilligerspubliek samen werden opgenomen. De organisatie ondernam wel pogingen om de werkverdeling op punt te zetten en nam verantwoordelijkheid op voor het registreren van vrijwilligers, het voorbereiden van maaltijden en het toebedelen van passende taken aan mensen. Tegelijk waren er ook superdrukke momenten van chaos en onduidelijkheid, niet-aansturing en vermoeidheid, in een vreemde mix van energie en plezier. 

8  De motivatie bij de vrijwilligers kwam ook van de directe ontmoetingen met de mensen op de vlucht en hun noden, met andere vrijwilligers en met donateurs (van wie sommigen door een ontmoeting met vluchtelingen wilden weten of hun goederen goed terecht zouden komen). Er ontstond in het park een sterk gemeenschapsgevoel, door de gedeelde dagelijkse ervaringen. Ontmoeting werd ook ingezet als strategie om nog meer solidariteit teweeg te brengen. Zo ontmoetten vaste vrijwilligers elkaar dagelijks om hun intense ervaringen te delen. Medevrijwilligers werden hierdoor ‘bekende gezichten’, wat de onderlinge afhankelijkheid bevorderde. Sommige vrijwilligers probeerden weer nieuwe mensen uit hun netwerk te sensibiliseren met ‘ontmoeting in het kamp’ als strategie: een leerkracht die zijn klas naar het kamp bracht om te helpen, een vrouw die haar zoon meebracht enz. 

Bronnen

Wat zet mensen aan om te delen en te herverdelen? Sociologen onderscheiden vier bronnen van solidariteit: onderlinge afhankelijkheid, gedeelde waarden, strijd en ontmoeting.  Welke bronnen bepalen de ontwikkeling van nieuwe vormen van solidariteit in deze case?


Van publieke naar politieke ruimte

Het Maximiliaanpark, twee hectare groot, ligt in een wijk vol kantoorgebouwen (overheid en bedrijven). Buurtbewoners komen er picknicken of voetballen, daklozen overnachten er, werkende mensen doorkruisen het. Van september tot begin oktober 2015 veranderde het park in een tentenkamp. 

Er ontstond erg snel een informele solidariteitsstructuur, waarbij men zich eerst op de basisfuncties concentreerde (tenten, slaapzakken, eten, douches en toiletten) en er gaandeweg initiatieven bijkwamen, dankzij de vele vrijwilligers. Het rustige park werd een druk kamp en een aandachtspunt voor media, nationaal en internationaal. 6  De publieke ruimte werd hierdoor een ‘politieke ruimte’. Het contrast tussen belendende, ‘falende’ overheidsdiensten vlakbij en helpende vrijwilligers sprong in het oog: “Wortels snijden en kledij uitdelen is waarschijnlijk nog nooit zo politiek geweest." Het voordien anonieme park werd de plaats bij uitstek waar solidariteit met vluchtelingen live werd gedemonstreerd. Het park waar voorheen amper iemand de naam van kende, kreeg een sterke nieuwe identiteit. Er werden nieuwe netwerken en relaties aangeknoopt, en dankzij sociale media kwam als het ware de hele wereld binnen: mensen zochten van hier contact met andere vluchtelingen die onderweg waren, of met familie in het land van herkomst. 

Plaats

Met Diegem zoeken we naar nieuwe vormen van solidariteit op concrete plaatsen (hier), daar waar mensen van heel verscheiden culturele achtergronden (al dan niet gedwongen) nabij zijn. Wat typeert de plaats waar deze case zich afspeelt?

De keuken als leerschool

In het kamp vonden rijke en diepgaande vormen van leren plaats. Voor veel vrijwilligers was dit hun eerste ervaring met vluchtelingen en hulpverlening in noodsituaties. Dat verliep hortend en stotend én met bevoegdheidsconflicten, maar velen leerden hier hoe je vanuit het niets een systeem van hulpverlening draaiende houdt: “Zet mij vanaf nu op een onbewoond eiland, en ik zal me behelpen.” De opgedane ervaring was onder meer bruikbaar in Calais.

10  Vrijwilligers namen een taak op in een systeem waarin iedereen van iedereen afhankelijk was. Ze kregen het gevoel een plaats te hebben in een groot en zinvol geheel. Met name voor kwetsbare vrijwilligers (daklozen, werklozen, mensen zonder papieren) was de ervaring nieuw en een vorm van erkenning. Ze smeedden ook nieuwe banden. Voor veel vrijwilligers was hun engagement dan ook een breuk in hun leven van alledag. Courante onderverdelingen van mensen stonden on hold.

3  Onderliggend bij de vorming van de sterke gemeenschap was de gedeelde ‘grote taak’ en verantwoordelijkheid: de organisatie van de opvang van vluchtelingen. Veel vrijwilligers herinneren zich intense momenten, en de gezamenlijke ervaring in niet vanzelfsprekende omstandigheden zorgde voor een sterke verbondenheid. De vriendschap werd, naast de zinvolle taak, een motivatie om te blijven komen en banden bleven tot lang na de Maximiliaanervaring bestaan: “Het is zot te bedenken dat deze mensen tot mijn dagelijks leven zijn gaan behoren. Zonder het park hadden we mekaar nooit ontmoet.” 

De hechte samenwerking van heel diverse mensen legde de basis voor een onderbrekende dynamiek inzake burgerschap, migratie, diversiteit. Vrijwilligers ontdekten gaandeweg de achtergrond van andere vrijwilligers en er kwamen maatschappelijke kwesties naar boven. Mensen ontdekten bijvoorbeeld dat onze economie deels draait op de inzet van mensen zonder papieren. Voor de organisatie CollectActif was het doorbreken van vooroordelen ook voordien al een doelstelling. Ze wil laten zien dat mensen zonder wettig verblijf waardevolle burgers zijn. Het kamp gaf hen hier een extra opstapje voor. Verschillen tussen vrijwilligers – ook als ze in de ‘normale’ samenleving in de marge leven – deden er niet toe. Dat iedereen in de samenleving een meerwaarde kan betekenen was voor veel vrijwilligers een belangrijk en blijvend inzicht: “De keuken was niet zomaar een keuken, het was een leerschool.”

Leerprocessen

De ontwikkeling van nieuwe vormen van solidariteit in diversiteit steunen op processen van sociaal leren. Welke leerprocessen liggen aan de basis van solidariteit in diversiteit in deze case?

Vervagend onderscheid

  • Afstand/nabijheid & universalistisch/particularistisch: in het kamp werd de wereldwijde vluchtelingencrisis concreet en tastbaar in verhalen van individuele personen op de vlucht. 7  Mensen op de vlucht bleven voor velen lang een ver-van-mijn-bed show, ‘iets van op tv’. In het Maximiliaanpark werd het thema een nabije kwestie. Elke afstand, fysiek en emotioneel, viel weg en je kon een directe bijdrage leveren. Tegelijk vatte het inzicht post dat dit iedereen kan overkomen: “Et si c’était toi?” was een alomtegenwoordige slogan. 4  De solidariteit in het kamp maakte geen onderscheid tussen categorieën van rechthebbenden. Er kwam echter commentaar op deze universele insteek, zowel van donateurs als van de overheid en versterkt door media: moest de solidariteit niet beter gericht worden, bijvoorbeeld naar ‘echte’ Syrische oorlogsvluchtelingen? Daar gingen de vrijwilligers niet in mee: voor hen waren er diverse legitieme noden, van mensen die op de vlucht waren voor verschillende vormen van geweld. Ook CollectActif was hierin duidelijk en categoriseerde niet: de keuken was du monde pour tour le monde: “On s’en fout des catégories: quand on a faim, on a faim.” Iedereen werd bediend.
  • Integratie/transformatie: in het kamp kreeg de plaats van nieuwkomers in onze samenleving een nieuwe invulling. Ze werden ontvangen als medemensen die opvang nodig hebben, niet als dossiers die volgens bepaalde procedures behandeld moeten worden. Een aantal nam in het kamp zelf een actieve rol op, onder meer als vertaler. 6  Dit staat in fel contrast met een regulier opvangsysteem dat hen tot nietsdoen dwingt. In het kamp hoorden ze erbij en was hun inzet broodnodig. Op die manier vervaagde het onderscheid tussen helpen en geholpen worden. In het kamp vonden ook directe ontmoetingen plaats tussen burgers en vluchtelingen. In het reguliere opvangsysteem verhinderen diverse instellingen zulke ontmoetingen. Hierdoor kwam het ook dat de tijdelijke opvang die de overheid na een tijdje inrichtte, niet werkte zoals verwacht. De sfeer in het kamp was gemoedelijker, de activiteiten en ontmoetingen waren er talrijker, de gedeelde ervaringen intenser. 

Spanningsvelden

Nieuwe praktijken van solidariteit bewegen op een aantal spanningsvelden. Welke spanningsvelden bepalen op welke wijze mee de ontwikkeling van solidariteit in diversiteit in deze case?