Praktijkenbank acties

 
 
action
04

Zichtbaar solidaire burgers zonder papieren

De organisatie CollectActif is een zelforganisatie van mensen zonder papieren in de Brusselse voedselhulp. Wat is haar traject en ‘geleefde ervaring’? Hoe worden haar burgerschapspraktijken door gevestigde middenveldactoren waargenomen, geëvalueerd en gevalideerd?

Een praktijk van horizontale solidariteit

CollectActif recupeert sinds 2013 voedseloverschotten en organiseert volkskeukens. De organisatie is een initiatief van zes Brusselse mensen zonder papieren en was in september 2015 een belangrijke actor in het vluchtelingkamp in het Maximiliaanpark, waar ze samen met vrijwilligers de voedselbereiding en -bedeling organiseerde in de Cuisine du monde pour tout le monde. Door de mediatisering werd CollectActif toen zichtbaar. Het actieonderzoek ging van start in de weken na de ontruiming van het kamp, die tegen de wil van CollectActif plaatsvond. Het focuste op de erkenning door het middenveld van een dergelijke informele beweging en burgerschapspraktijk.

De zes oprichters werden via de migrantenrechtenbeweging (concreet: Collectif Sans-Papiers Belgique, SPB) geďnitieerd in activistische praktijken rond regularisatie: manifestaties, protesten en solidariteitsacties, waaronder de Solidariteitsmars in april 2013.   Vanuit frustratie over het uitblijven van politieke resultaten en de zin om hun activisme over een andere boeg te gooien is CollectActif ontstaan.
De eerste ervaringen met het werken met voedseloverschotten had de organisatie in 2013 in de Brusselse Begijnhofkerk (Afghaanse asielzoekers). Een jaar eerder startten leden van SPB het tuinbouwproject HumanaTerre op, samen met Samenlevingsopbouw Brussel. Deze moestuin beantwoordde aan de nood om een activiteit met onmiddellijk resultaat te organiseren.
In 2014 stopte SPB met haar werking, maar ex-leden vatten de idee op om de werkmethode te herdenken en zich inzake solidariteit op te stellen als gevende partij met een positief initiatief, niet langer als ontvangende partij. De ervaringen met het moestuinproject overtuigden deze kleine groep van de kracht van concrete praktijken om in het dagelijkse leven van mensen in een precaire situatie verandering te brengen. Dat ging samen met het besef van de omvang van de voedselverspilling en de confrontatie met voedselarmoede bij mensen in de winteropvang.
  Zo ontstond CollectActif als verzelfstandigd collectief dat werkt rond voedseloverschotten en dat gastentafels organiseert en voedselpakketten verdeelt. Door mond-aan-mondreclame bereikten zij geleidelijk een breder publiek: jongeren, geďsoleerde ouderen, moeders in armoede, vluchtelingen, studenten, mensen in een precaire wettelijke situatie… Mensen in een precaire positie zijn zowel trekkers als doelpubliek van CollectActif (horizontale solidariteit). Zij delen hun geleefde ervaring.

Hoe krijg je als onderzoeker zicht op processen van erkenning? Dat was de onderzoeksvraag. Om ze te beantwoorden werd het actieonderzoek in fasen opgedeeld:

  1. Focusgroepgesprekken om het traject van (de leden van) Collect-Actif in kaart te brengen en in te gaan op de ervaring en weerslag van het gebeuren in het Maximiliaanpark. Hierdoor worden de praktijklessen van deze groep van mensen zonder papieren publiek beschikbaar (en wordt het collectieve geheugen binnen de beweging opgebouwd).
  2. Opmaken en insturen van dossiers voor prijzen die het middenveld uitreikt rond armoede en migratie, op basis van online informatie, de focusgroepgesprekken en specifieke informatie.
  3. De ontwikkeling van een (tweetalig) pedagogisch instrument over het traject en werking van CollectActif, in de vorm van een toegankelijk boekje.
  4. Momenten waarop professionals uit het middenveld en leden van CollectActif met elkaar in gesprek gaan en op strategieën komen om de (politieke) erkenning van deze burgerschapspraktijk te vergroten.

De erkenning van burgerschapspraktijken 'zonder papieren'

  Door haar actieve burgerschap hanteert CollectActif een strategie voor verandering met claims op (ook politieke) erkenning en herverdeling. Die claims zijn in dit geval indirect (door verdienste), niet direct (door het opeisen van het recht op regularisatie). Kwetsbare mensen zonder papieren nemen het voortouw in het aanbieden van voedsel.   Hierdoor zetten ze bestaande denkbeelden over solidariteit (met gevers en ontvangers) op hun kop en doen ze aan bewustwording. Doel is dan ook een transformatie teweeg te brengen in het bewustzijn van mensen die met hen in contact komen.
CollectActif brengt de maatschappelijke bijdrage en participatie van mensen zonder papieren aan de samenleving op de voorgrond. De leden stellen zich op als actieve burgers en willen zo obstakels overbruggen: geen toegang tot vorming, geen contact met politici. Of nog: dit actieve burgerschap leidt tot handelingen in de publieke ruimte waardoor het lijkt alsof deze mensen formeel reeds burgers zijn. Hun ‘burgerschap’ wordt publiek zichtbaar, meer dan dat van de meeste ‘volwaardige’ burgers. Zo wordt het tegelijk ook weer een aanklacht tegen het migratiebeleid.
De inzet op solidariteit en concrete veranderingen in levens van mensen is een onderdeel van een strategie die via de omgekeerde weg tot politieke erkenning (lees: regularisatie) wil komen. Of die minstens de kwestie van mensen zonder papieren wil aankaarten.   In een breder verband kan je CollectActif zien als illustratie van een evolutie naar burgerschap/politieke erkenning dat je verwerft door te handelen. 

Nieuw publiek en allianties
  CollectActif bouwt haar publiek van onderuit op, tijdens ontmoetingsmomenten rond gedeelde maaltijden en het inzamelen van voedseloverschotten. Mensen worden geprikkeld door de boodschap van ecologie en solidariteit. De precaire status van de initiatiefnemers zelf komt pas op de tweede plaats en wordt vaak niet ‘gezien’ door wie met het initiatief in contact komt. De concrete praktijk van CollectActif helpt om mensen verbindingen te laten maken en wederzijds begrip tot stand te brengen, noodzakelijke voorwaarden om een (nieuw) publiek voor burgerschapsclaims te creëren.   De ontmoetingen met een ‘ander’ publiek versterken ook het geloof in het eigen handelingsvermogen van de betrokkenen.
Buitenstaanders – die (even) meedraaien in de werking of deelnemen aan een maaltijd – gaan zich via de praktijken van CollectActif persoonlijk betrokken voelen bij de kwesties die de organisatie aanbrengt. Ze krijgen een concreet beeld van solidariteit in diversiteit. Maar door het informele kader en het hier en nu-aspect blijven de mogelijkheden voor politieke erkenning beperkt.

  Het pedagogisch instrument (een ‘boekje’, maar het woord ‘instrument’ verwoordt beter het politieke doel) vormt een poging van CollectActif en de onderzoekers om een visie breder uit te dragen en zo emancipatie en alliantievorming te stimuleren. Door het boekje inhoud en vorm te geven wil de organisatie haar werkingsmodel uitleggen en herhaalbaar maken, en haar traject en visie op burgerschap onder woorden brengen, net als de geleerde lessen. In het instrument komt ook aan bod met wie CollectActif samenwerkt en partnerschappen aanging, zoals in het collectieve project Collectmet met Cultureghem en de netheidsdienst van de Abattoir Anderlecht. Zij hebben toegang tot netwerken, kanalen en middelen waar CollectActif als feitelijke (niet-gesubsidieerde) vereniging geen toegang toe heeft. Het gebrek aan een wettelijke status van de initiatiefnemers stelt grenzen aan de mogelijkheden voor de officiële erkenning van hun burgerschapspraktijken.

Naar erkenning in het middenveld?
CollectActif zoekt naar erkenning voor haar informele praktijken van horizontale solidariteit. Het actieonderzoek zette in op de erkenning door het ruimere, professionele middenveld. CollectActif dong daarom mee naar de prijzen Gastvrije Gemeente van Vluchtelingenwerk Vlaanderen (“gastvrije initiatieven voor asielzoekers en vluchtelingen”) en Armoede Uitsluiten van Welzijnszorg (“een toekomst voor mensen op de vlucht”). Bij de eerste prijs won CollectifActif de award als Vereniging. Hoewel de prijsuitreiking een voornamelijk Nederlandstalig en Vlaams gebeuren was, waren de trots en blijdschap groot. De praktijk kreeg ook zichtbaarheid.
Voor de prijs van Welzijnszorg was de drempel voor een feitelijke vereniging zonder wettelijk statuut en zonder middelen hoger, met in te vullen rubrieken als ‘Medewerkers’, ‘Financiële informatie’ enz. De specifieke burgerschapspraktijk van CollectActif paste moeilijk in deze hokjes. CollectActif werd genomineerd maar werd geen laureaat, bleek op de uitreiking in aanwezigheid van een opnieuw weinig divers publiek.
  Voor CollectActif bleek zich twee keer een taalbarričre voor te doen, ook in meer overdrachtelijke zin: erkenning vanuit het middenveld vereist dat je de taal van de professionals spreekt. Anders gezegd: het middenveld is zo voor-gestructureerd dat informele burgerschapspraktijken door onverwachte actoren vaak onder de radar blijven bij de erkenning van hun meerwaarde.
Hoe dan ook, CollectActif zelf vond de bekroningen door gekwalificeerde jury’s, de zichtbaarheid in de media en de gelijkwaardigheid met gevestigde organisaties belangrijk.

Integratie of transformatie?
De onderzoekers en CollectActif zetten samen een vorming op voor VIBOSO (professionals in samenlevingsopbouw) om de ‘dialoog in gelijkwaardigheid’ te bevorderen. Uit deze ontmoeting kwam de raad om de impact van de werking in cijfers te vatten en zo ‘de politiek’ beter aan te spreken, en ook om het statuut te formaliseren. Met andere woorden: de manier waarop middenveldorganisaties zelf geëvalueerd worden, werd hier gesuggereerd als een strategie voor erkenning. Hierbij sloot de bedenking aan dat dit de spontaniteit en vrijheid van CollectActif in het gedrang kon brengen.   Hier speelt het spanningsveld tussen integratie en transformatie: gelijkaardig worden als het middenveld (taal, statuut, subsidies aanvragen…) kan de zichtbaarheid en herkenbaarheid van CollectActif vergroten. Tegelijk vereist de erkenning van de organisatie een transformatie van dat middenveld. Gelijkaardig moet gelijkwaardig worden.
Hoe moeilijk en fragiel gelijkwaardigheid te realiseren en vol te houden is, bleek ook in de partnerschappen die CollectActif aanging (met het Burgerplatform en in Collectmet). Deze partnerschappen werden in beide gevallen beëindigd, in hoofdzaak omdat CollectActif geen onderscheid wil maken in voor wie de organisatie solidair is. Ze wil daar ook expliciet voor uitkomen in haar communicatie.

Besluit
CollectActif wil een transformatie in de samenleving en zet die in de onmiddellijke omgeving concreet op gang. De visie is er één van horizontale solidariteit en het belang van gelijkwaardigheid. Ook zonder een formeel erkende burger te zijn, kun je solidariteit in diversiteit ontwikkelen en zo actief aan de samenleving participeren.
Politieke erkenning verkrijgen voor zulke innovatieve praktijken is verbonden met voorwaarden.   Je moet de praktijk hertalen naar narratieven die passen in heersende begrippenkaders en manieren van werken in het middenveld. Een vrijwilligersorganisatie zonder wettelijk statuut, zonder toegang tot subsidies en steunend op inzet van mensen zonder papieren, erkend krijgen en erkennen in haar autonomie (met de bijbehorende stellingen over migratiebeleid) stuit op moeilijkheden. Die zijn er ook door de voorstructurering van het middenveld.   Dat wijst op een nood aan transformatie. Deze organisatie is een uitnodiging aan het middenveld om de eigen positie en politieke opdracht te herdenken.